Boom gebracht door Victor
10 Over de
hondefretters vond ik onderstaande tekst op
internet
Site van de gemeente Boom
!!!!!!!!Gruwelverhaal..... gevoelige zielen
best deleten
Victor 10
Inleiding
De Bomenaars worden in de volksmond "de
hondenfretters" genoemd. Vreemd misschien, maar
ze zijn er fier op. Hoe ze aan deze naam komen,
is een verhaal dat maar weinigen kennen.
Om deze geschiedenis op
te frissen, besloot de geschiedkundige
studiegroep "Ten Boome" samen met het Boomse
Gemeentebestuur het "Hondenfretterspad" uit te
geven. Deze brochure is het resultaat van heel
wat opzoekingswerk. Ze beschrijft een
fietsroute vanuit Boom naar Grimbergen, zijnde
een gedeelte van de historische weg die de
hondenopkopers regelmatig aflegden en ze bevat
eveneens een woordje uitleg over de plaatsen die
je onderweg tegenkomt.
We wensen je veel
leesplezier en een prettige en leerrijke
fietstocht!
Het volk en de hond
Tijdens de oorlogsjaren 1914-1918 was de
voeding een groot probleem. De toen aangewende
middelen om de bevolking aan mondvoorraad te
helpen waren spitsvondig en spectaculair,
waardoor het verhaal van de Boomse
"Hondenfretters" in de folklore terecht kwam.
De
opkopers
Er waren in de jaren 1914-1918 in Boom
enkele "sluwe durvers", die op één of andere
wijze ontsnapt waren aan deportatie naar
Duitsland (o.a. door actief lid te worden van de
vrijwillige brandweer).
Zo woonde in de wijk
"achter 't gasthuis" of de "Schomme" een aantal
stoere mannen, die geregeld naar Mechelen en
naar de Antwerpse vogelmarkt gingen om honden te
kopen.
Ze wilden zo het tekort aan rundvlees oplossen.
Vanaf Noeveren vertrok
regelmatig een andere groep mannen te voet naar
Brussel om ook daar honden te kopen.
De weg naar Brussel vertrok in Klein-Willebroek
en liep over het jaagpad van de boottrekkers
langsheen het kanaal Brussel-Willebroek.
Wanneer de begoede
Brusselse burger - naargelang de oorlogsjaren
vorderden - niet meer in staat was zijn dier te
voeden, werd het aan onze "opkopers" van de hand
gedaan.
Zo luidt althans de historische versie.
Of onze "opkopers" al die honden wel "kochten"
blijft even "historisch".
De terugweg
Op de terugweg waren er wel eens problemen.
Men heeft meer dan eens gezien dat een grote
ploeg mannen met honden voorbij marcheerde, in
de richting van Willebroek.
Die mannen hadden een kruiwagen bij waar ze de
vermoeide honden, die door hun poten zakten,
oplaadden.
't Gebeurde ook dat men vermoeide honden in de
nek of over de schouders moest dragen, zoals op
het schilderij "Het Lam Gods".
Elke thuiskomst van een
ploeg hondenopkopers lokte telkens weer veel
belangstelling bij de bevolking.
De dag nadien ondergingen alle honden hetzelfde
lot. Met de kop tussen de knieën van de
slachter kreeg de hond een klop van "den houten
hamer" op het voorhoofd.
Opgegeten in
Antwerpen
De geslachte dieren werden in Antwerpen en
ook in Mechelen aan de man gebracht. In de stad
was er vanzelfsprekend meer tekort aan
levensmiddelen dan op den buiten.
Dit alles gebeurde
zonder toezicht. Men handelde in overtreding
met de bestaande wet op de vleeskeuring. "Den
Beenhouwersbond" verzocht in september 1916 om
een keurdienst op te richten en deed op 4
september 1916 een officieel verzoek aan het
Schepencollege.
De bezettende overheid
die te Boom in de "Kommandantur" verbleef, was
zo verstandig om van de nood een deugd te maken.
Op 6 augustus 1917 werd het politiereglement op
het slachten van honden in de gemeenteraad
goedgekeurd.
Hondenslachterij
Intussen was op 11 juni 1917 een
hondenslachterij ondergebracht in de gebouwen
van de paardenslachterij van de heer Miller, die
gezien de omstandigheden niet meer in werking
was. Volgens het politiereglement mocht het
slachten van honden uitsluitend daar gebeuren en
enkel nadat de dieren gekeurd waren op wormen.
Het slachten gebeurde op maandag.
Het meest
geschiedkundige van heel de "Brussels-Boomse
hondengeschiedenis" is, dat men vooral in
Antwerpen en Mechelen het hondenvlees heeft
gegeten.
Maar de Bomenaars hebben de naam en faam
behouden van "Hondenfretters"!
Hondenrestaurants
Hond eten deed men in de Boomse eethuizen
reeds lang voor 1900. Toen op 21 juli 1837 de
eerste steenlegging van de houten brug
plaatshad, waren er journalisten aanwezig die in
Boomse eethuizen hond gegeten hadden.
Dit in de afspanning "De Scheepvaart" in de
Leopoldstraat en in café "Logement" in de
Colonel Silvertopstraat.
Een liedje over hond
eten was er ook.
In het centrum van Boom
aan de trappen van de viaduct over de Colonel
Silvertopstraat bevinden zich twee levensgrote
honden, uit arduinsteen gebeiteld (foto voorblad
brochure). Deze trappen leiden naar de
Rupelbrug, die ingehuldigd werd op 8 juli 1939
door koning Leopold III.
Toen lag Boom rechtstreeks op de as
Brussel-Antwerpen, in die tijd de grootste
verkeersader van België
Victor 10
|